De Wonderlijke lotgevallen van Jan zonder Vrees
In den tijd, toen Jan zonder Vrees over Vlaanderen en Bourgondië regeerde, woonde er in het Krabbenstraatje te Antwerpen eene oude vrouw, Moeder Neeltje genaamd, met heuren kleinzoon Jan. In welk nummer het juist was, kan ik echter niet zeggen, omdat men destijds geene nummers op de huizen schilderde.
Jan was een kerel van ruim achttien jaar en stond bekend als de geduchtste straatkapoen die er onder de zon liep. Daar in dien tijd alleen de geestelijken, de edelen en de rijke poorters konden lezen en schrijven, was Jan even ongeletterd als de andere kinderen der werkende klas. 't Kon hem echter bitter weinig schelen, daar hij er volstrekt geene behoefte aan had. Dat wil nochtans niet zeggen dat hij een domoor was – integendeel– hij bezat een helder hoofd en was in alles uiterst bij der hand. Levenslustiger knaap was er binnen de muren van Antwerpen niet te vinden. Verder was hij kop en hals langer dan de grootste zijner kameraden, sterker dan een os en daarbij een vechtersbaas, die voor niets terugdeinsde. De buren heetten hem ‘Jan Onversaagd’ of ‘Sterke Jan’. Zijne makkers echter, die rechts en links al een en ander hadden gehoord van de geweldige daden van den Bourgondischen hertog, die later heel Frankrijk in vuur en vlam zou zetten, zijne makkers, zeg ik, noemden hem nooit anders dan Jan zonder Vrees. Dien naam droeg onze held met evenveel recht als de zoon van Filips den Stoute, want hij vreesde mensch noch dier, hel noch duivel!
lees het vervolg in het boek van C. de Kinder 1936